De focus paradox

Ik kan ervan genieten om in een organisatiekunde- of managementboek een model, schema of ‘plaatje’ tegen te komen dat me aan het denken zet. Het mag dan al eens zwart-wit zijn of zo abstract dat het moeilijk te vertalen is naar mijn dagelijkse professionele realiteit.

Deze zomer botste ik eerder toevallig op het boek De Succesillusie van Richard Engelfriet* waarvan de ondertitel het ergste deed vermoeden: “Hoe trainers, goeroes en consultants u dagelijks bedriegen en hoe u daar in zeven eenvoudige stappen vanaf komt”.

Zijn stelling is dat als een model niet wetenschappelijk bewezen is, het geen waarde heeft, zeker niet om als succesgarantie bestempeld te worden. Het is vermakelijk geschreven en dwingt tot nadenken over de essentie van veel van die managementmodellen. Maar voor mij gaat het er op de eerste plaats niet zozeer over om de ultieme succesformule te vinden, maar om over instrumenten te beschikken om zaken inzichtelijk te maken. Zijn we niet allemaal een beetje op zoek naar wat ordening, herkenning of bevestiging om nog maar te zwijgen van zingeving in wat we dagelijks doen?

Om die reden gebruik ik als adviseur ook graag schema’s en grafieken om dingen ‘behapbaar’ te maken, iets wat binnen een omgeving van tijdschaarste wel gesmaakt wordt. Zo gebruik ik al een tijdje een heel eenvoudig schema als het over de oefening rond missie, visie en strategie gaat. Iets waar iedereen het over heeft, onder meer dankzij de Start with Why en de Golden Circle van Simon Sinek, volgens Engelfriet evenwel zonder dat er ook maar enig bewijs is dat bedrijven die zijn advies volgen succesvoller zouden zijn dan bedrijven die dat niet doen.

Een gesprek over dit schema leidt minstens altijd tot het besef dat er keuzes gemaakt zullen moeten worden. Kiezen is verliezen, maar dat zou dan gecompenseerd worden met de noodzaak aan focus. Engelfriet heeft er alvast zijn mening over: “Focussen: Ik doe het bij de opticien, maar veel goeroes zien het als broodkruimels die Hans en Grietje weer terug naar huis moeten leiden. Een garantie op succes is het uiteraard niet (…) Naar het schijnt moet u soms dus stoppen met focussen en leren out-of-the box te denken. En zo heeft een consultant altijd wel een passend advies bij uw ellende.”

Mij lijkt het vooral nuttig om eerst breed genoeg te gaan denken (wat mijn eenvoudig plaatje toelaat), zodat het kiezen een bewuste keuze is waar niet permanent over getobd moet worden of het wel een goede keuze was. Maar dat wil niet zeggen dat we het vizier niet open moeten houden. Het kan dus geen kwaad om nu en dan weer eens out-of-the-box te gaan denken. Ik merk dat veel organisaties dit wel ervaren als een noodzaak, maar dat liefst wat buiten het normale speelveld houden door dit te isoleren op een visiemeeting, brainstormsessie of strategiedag. Engelfriet houdt het bij: “Uit onderzoek is overigens gebleken dat verhuizers de enige professionals zijn die daadwerkelijk out-of-the-box handelen”.

Waar ik graag voor pleit is om na te denken over hoe een evenwichtige balans te vinden tussen een bewuste en harde focus en een continue open houding voor mogelijke opportuniteiten die zich al dan niet toevallig aanbieden (serendipiteit). Waar het op neer komt is dus om binnen de strategische aanpak – die bij voorkeur sterk gefocust is, toch het proces van buiten de focus te kijken vast te leggen. En bij voorkeur niet enkel als teambuildingmoment of als periodieke omgevingsanalyse in de schoot van een medewerker, maar als intrinsiek onderdeel van organisatiecultuur.

___________

*Richard Engelfriet, De Succesillusie, Haystack 2017 (ISBN 9789461262080)

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s