Efficiënte ledenbinding is niet enkel 1 op 1 ‘servicen’, maar inzetten op de collectiviteit

Verder bouwend op het model dat ik in vorige post toelichtte (zie hier), focussen we in deze bijdrage op het luik “Intern verbinden”. Als we leden lid willen maken en vooral lid willen houden, moeten we daar als ledenorganisatie actief werk van maken. Op basis van jarenlange ervaring met meerdere en onderling sterk verschillende organisaties komen we tot minstens deze 10 essentiële HOE-vragen die een permanente uitdaging vormen voor een vereniging die relevant wenst te blijven.

1. Ledenperceptiekloof – hoe gaan we om met het feit dat de leden en de organisatie elk op een andere manier kijken naar de werking en ledenvoordelen?
2. Het lid bestaat niet – hoe gaan we om met het feit dat elk lid andere verwachtingen heeft en een andere vorm van ‘consumeren’ vertoont?
3. Member Journey – hoe passen we de werking en aanbod aan aan de voortdurend wijzigende behoeften van de leden, zonder de collectiviteit uit het oog te verliezen?
4. Leden-klanten paradox – hoe gaan we om met de vraag naar diensten op maat om te vermijden dat ledenbinding niet verdrongen wordt door een klantenservice-cultuur?
5. Sectorvervaging – hoe gaan we om met de vervaging van beroepen en sectoren die leidt tot nieuwe en soms concurrerende initiatieven en niet zelden gebaseerd op zelforganisatie?
6. Ledenwerving – hoe gaan we om met net-niet passende leden en met niet-leden en hoe kunnen we hen ‘converteren’ om lid te worden (incl. on boarding strategy)?
7. Ledenretentie – Hoe zorgen we ervoor dat leden lid blijven, niet enkel vanuit intern oogpunt, maar ook rekening houdend met externe ‘storende’ factoren?
8. Ambassadeurschap – hoe maken we van leden ambassadeurs die én de collectieve ambitie dienen, de andere leden én ook zichzelf (persoonlijke en professionele voldoening)?
9. Member Sourcing – hoe kunnen we de kracht (kennis, tijd, daden, betrokkenheid) van de leden op een efficiënte manier inzetten en ook meenemen in de volledige werking?
10. Community empowerment – hoe overstijgen we de ‘what’s in it for me?’ naar ‘what’s in it for us?’ (ontwikkeling en verankering van de community, beroepsgroep en/of ‘professie’)?

Vooral bij de laatste HOE-vraag wil ik even stilstaan. Ledenorganisaties kunnen voor hun ledenbinding een en ander leren van hoe ‘professies’ in mekaar zitten. Professionals hebben nu eenmaal een bijzondere manier waarop ze zich als beroepsgroep organiseren, waarbij het collectief  belang het individuele overstijgt. De reflex van ledenorganisaties om af te stappen van hun aanbodgerichte aanpak (wij weten en bepalen wel wat een lid nodig heeft) naar een ledencentrische aanpak draait al te veel uit op het aanpakken van de ‘individuele’ behoeften van het lid. Met andere woorden: generieke ledenvoordelen worden vervangen door services op maat van één lid.

Als we naar ‘professies’ kijken zien we niet alleen de behoefte van professionals om verbonden te zijn met mekaar, en dat ze dat ook effectief doen via peer2peer-contacten en intervisiemeetings. Het is eigen aan het statuut van professionals om hun professionaliteit af te leiden uit het deel uitmaken van de beroepsgroep. De professionele identiteit wordt als het ware gedefinieerd door de afhankelijkheid van andere professionals en alles wat die groep bindt. Dit kan gaan om gezamenlijke kennis en best practices, waarden en normen, de manier waarop er in permanente vorming voorzien wordt, de manier waarop uitmuntendheid wordt gewaardeerd. Kortom, wat in de vakliteratuur als ‘Body of Knowledge’ wordt omschreven. Een interessante denkpiste die in de praktijk heel wat toegevoegde waarde kan creëren.

“Professional is not a title you claim for yourself, it’s an adjective you hope other people will apply to you. You have to earn it.” (Julie MacDonald O’Leary)

++++++

Volgende week komt in deel 3/4 over de Community Toolbox het onderdeel Extern Verbreden aan bod. Wil je nu al meer weten over dit model, stuur mij een mail marc (at) 2Mpact.be.