Veel Belgische ledenorganisaties hebben een bijzondere band met de Europese ‘realiteit’: ze laten zich vertegenwoordigen door een Europese of internationale koepelorganisatie. Niet zelden zijn ze op een boogscheut van mekaar in Brussel gevestigd, maar toch blijkt de afstand groot. Uit gesprekken met professionals uit die Europese en internationale organisaties merk je een sterke vraag naar een hechte band met de lokaal werkende verenigingen. We verkennen hieronder het waarom.
Associations World Congress
Vorige week kwamen meer dan 250 verenigingsprofessionals samen in Antwerpen naar aanleiding van het Associations World Congress. Overwegend ‘Association Executives’ actief in internationale en Europese verenigingen die -niet geheel verwonderlijk- veelal wonen en werken in Brussel. Met meer dan 2000 verenigingen die er op één of andere manier vertegenwoordigd zijn, is Brussel wereldwijd een belangrijke hub voor verenigingsmanagement. Lees hier een uitgebreider verslag van BSAE over het event.
De wereld van Europese en internationale verenigingen mag dan op het eerste zicht een heel andere wereld lijken, het viel op dat de uitdagingen heel erg gelijklopend zijn. Zelfs al werk je binnen een geografisch veel grotere omgeving, word je geconfronteerd met verschillende talen en culturen, en moet je niet voor de hand liggende samenwerkingsverbanden realiseren; alles blijft draaien rond ledenbinding en –retentie. Hoe zorg je ervoor dat je leden ‘waarde voor hun geld’ krijgen, dat ze mekaar tijdens events willen opzoeken en ook virtueel met mekaar geconnecteerd blijven. En ook het luik ‘lobby’ vertoont gelijkaardige uitdagingen.
Globaal vs lokaal
Wat minstens even sterk opvalt is de noodzakelijke verbinding tussen die twee werelden. Heel wat internationale organisaties zijn voor hun ledenwerving en –werking sterk afhankelijk van de lokale, landelijke verenigingen (chapters, maar ook volwaardige, autonome organisaties).
Omgekeerd voeden de lokale organisaties het internationale niveau met informatie, kennis en content over de materie. Wat op zijn beurt dan weer via mechanismen van collectivering uitgedragen wordt naar de wereldwijde achterban (bv. Via newsletter, campagne, magazine…).
Het blijft een boeiende wisselwerking waarbij beide partijen er alle belang bij hebben om als een sterke tandem op te treden. Met respect voor mekaars toegevoegde waarde en identiteit. Het mag dus zeker geen kwestie zijn van het zomaar overlaten aan de ander.
Europa
Gelet op de impact van het regelgevende kader van Europa, is de relatie tussen lokale, nationale organisaties en de Europese koepel zo mogelijk nog belangrijker. Een goede afstemming zorgt hier voor een betere doorstroming vanuit Europa naar de lokale organisatie, maar tegelijk is het een uitdaging voor de lokale organisatie om haar belangen en bezorgdheden zo duidelijk en concreet mogelijk te verwoorden.
Veel Europese organisaties worstelen met de consensusvorming tussen 27 verschillende lidstaten en soms nog eens zoveel regionale nuances. Niet verwonderlijk dat heel wat van die organisaties een hybride model aannemen, waarbij ze belangrijke spelers (zeg maar de grote jongens) een direct lidmaatschap bieden. Voor lokale organisaties is het essentieel van kortbij op te volgen wat de impact is van deze partijen binnen de Europese organisatie.
Een ander belangrijk voordeel van een hechtere samenwerking tussen de nationale en Europese vereniging is dat de Europese organisatie als facilitator kan optreden van uitwisseling tussen de lokale organisaties. Los van cultuur en taal, blijken er hoe dan ook heel wat gelijkenissen te zijn in hoe sectoren en professionals naar de wereld kijken. En voor die punten waar er verschillen zijn, is het uitnodigend om uit te zoeken waarom dat precies is.
Big in Belgium
Voldoende redenen dus om als Belgische organisatie het venster op Europa en de wereld voldoende ver open te houden. Waarom als Belgische organisatie ook niet actief proberen de Europese of internationale organisatie ‘in huis’ te nemen? Vanuit BSAE, de vereniging van Belgische verenigingsprofessionals, proberen we alvast de vinger aan de pols te houden door de contacten met Belgische professionals actief in Europese of internationale organisaties, maar ook door samen te werken met zowel internationale organisaties zoals UIA, FAIB, ESAE, ASAE, AAE, als de landelijke verenigingen van verenigingsprofessionals (daarover later nog meer).
Een gedachte over “Waarom als Belgische ledenorganisatie het venster op Europa openhouden”